Anneka Robeyns ontving in 2023 een werkbeurs voor strips. Lees hieronder wat de beurs voor haar betekent, aan welk boek ze werkt en hoe ze haar aanvraag heeft aangepakt.
“Een beursdossier pak ik zeer systematisch aan”
“Ik heb een werkbeurs aangevraagd voor de ontwikkeling van mijn eerste beeldroman, met als werktitel ‘Gebroken Nederlands’. Het is een verhaal over taalbarrières, communicatiemoeilijkheden en opgroeien in een multicultureel gezin. De toekenning van de beurs geeft mij de financiële ademruimte, vrijheid en tijd om het project tot een goed einde te brengen. Met de beurs kan ik onder andere onbetaald verlof nemen van mijn job bij de KU Leuven.
Mijn werk ontstaat doorgaans organisch (lees: chaotisch), maar het schrijven van een beursdossier pak ik zeer systematisch aan. Ik vertrek vanuit een structuur van titels (bijvoorbeeld inleiding, wie ben ik, wat is het project, wat zijn de thema’s …) die vervolgens als kapstok dienen. Nadat de grove structuur op papier staat, met titels, kernwoorden en afbeeldingen, kan het leukere schrijfwerk beginnen. Ik tracht een coherent verhaal neer te pennen dat aangenaam is om te lezen, en waarin ik mijn vertelstijl genadeloos laat doorklinken.
Omdat ik in een gedeelde atelierruimte werk met verschillende kunstenaars, kon ik ter voorbereiding een aantal beursaanvragen inkijken. Dat gaf me een idee van hoe hoog de lat ligt, hoe uitgebreid de dossiers zijn en hoe verschillend iedereen zijn aanvraag aanpakt. Een tip die ik zeker wil meegeven is om dat dossier te beschouwen als een verlengde van het project waarvoor je de beursaanvraag indient. Je kunt er je authentieke vertelstem en beeldtaal in etaleren en alvast laten zien dat je er veel moeite in wilt steken. Ik tekende bijvoorbeeld speciaal een voorblad voor het dossier.”