De vertaler als brug tussen culturen

Vertalershuis 08 juli 2021

Na een lange sluiting opende het Vertalershuis in Antwerpen in mei 2021 opnieuw de deuren. De Spaanse vertaler Gonzalo Fernández Gómez verblijft er sinds midden juni en is daarmee een van de eerste gasten. In dit artikel blikt hij terug op het pad dat hij als vertaler heeft afgelegd en vertelt hij over het project waar hij nu aan werkt.

De (on)zichtbare vertaler

Veel mensen staan er niet bij stil dat boeken vertaald worden. Vooral jongeren, heb ik het idee, pakken bijvoorbeeld de Nederlandse vertaling van 'The Hobbit' en denken dat die tekst zó door J.R.R. Tolkien is geschreven. Ze beseffen niet dat er een tussenpersoon is die een grote stempel heeft gedrukt op de toon, de sfeer en de klank van de vertaalde tekst. Een tussenpersoon die bovendien essentieel is om de originele tekst in vertaling overeind te laten blijven. Tolkien mag dan een schitterende verteller zijn, in een slechte vertaling is zijn werk onleesbaar.

Ik was me daarentegen al heel vroeg bewust van het bestaan van de vertaler. Dat kwam niet doordat iemand me daarop wees. Ik pakte gewoon regelmatig een boek om te lezen en zag dan op de titelpagina: ‘vertaald door Pietje de Talenknobbel’. Dan dacht ik: dat lijkt me een leuk beroep!

Gonzalo Fernández Gómez

Gonzalo Fernández Gómez aan zijn bureau in het Vertalershuis.

Grenzeloze nieuwsgierigheid

In eerste instantie denk ik dat het de vermeende vrijheid was die me aansprak. Geen kantoorbaan, maar lekker in je eentje, zonder baas, bezig zijn met boeken. Maar dat is eigenlijk de prehistorie van mijn liefde voor dit vak. Pas later ontdekte ik dat kennis vergaren mijn leven zin geeft. Dat klinkt misschien een beetje hoogdravend of pretentieus, maar het is echt zo. Als literair vertaler spring je van het ene naar het andere onderwerp en dat verbreedt je kijk op de wereld. Zoals Eduardo Mendoza ooit zei: de vertaler is nergens deskundig in, maar heeft overal een beetje kennis van. Voor iemand die nieuwsgierig is, is er dus geen beter beroep dan literair vertaler.

Je moet natuurlijk een beetje geluk hebben met de boeken die op je pad komen. Maar de ervaring leert dat, hoe langer je in het vak zit, hoe groter je invloed op wat je wel of niet vertaalt. De aanhouder wint. Voor mij is literair vertalen het ideale beroep om over de grenzen van mijn eigen taal en cultuur te kijken en van alles en nog wat te leren. Als het goed is, word je daar een beter mens van, want je moet je meningen steeds bijstellen en je leert de nuances zien. Je wordt milder. Je krijgt begrip voor andere mensen. Dat je bovendien een rol speelt als brug tussen twee of meer culturen is natuurlijk ook iets om trots op te zijn.

Als het goed is, word je van vertalen een beter mens, want je moet je meningen steeds bijstellen en je leert de nuances zien. Je wordt milder en krijgt begrip voor anderen.

Gonzalo Fernández Gómez

Vrijhaven Nederland

Mijn keuze voor de Nederlandse taal werd ook ingegeven door nieuwsgierigheid. Als tiener had ik helemaal geen band met Nederland of Vlaanderen. Maar begin jaren 90, in mijn wilde tienerjaren, kwam Nederland regelmatig in positieve zin in het nieuws. In die periode had Nederland een voortrekkersrol, met een vooruitstrevende regelgeving op het gebied van drugs, euthanasie, homorechten, enzoverder. Vergeleken met het streng katholieke Spanje van mijn jeugd, een land dat toen nog volop bezig was 40 jaar dictatuur van zich af te schudden, leek Nederland me iets uit een sprookje. Hoe was het mogelijk dat zoiets bestond? Hoe had die maatschappij zich ontwikkeld om er zulke liberale ideeën op na te houden?

Toen ik Nederland als toerist bezocht en ik ook nog ontdekte dat je er overal met de fiets naartoe kon, was ik verkocht. Ik heb namelijk altijd een hekel gehad aan auto's in de binnenstad, omdat ik ertussen was opgegroeid. De fiets maakt de wereld menselijker, vind ik. Vergeleken met het chaotische centrum van Madrid (zeker in de jaren 90) waren de Nederlandse steden een soort oase waar niet de auto's maar de mensen voorrang hadden.

Jaren later besloot ik om de sprong te wagen en in Nederland te gaan wonen om een carrière als literair vertaler na te streven. Ik begon me in de geschiedenis te verdiepen en ontdekte Vlaanderen. De combinatie Nederland-Vlaanderen bleek enorm boeiend, omdat er een belangrijk verband was met mijn eigen land. Het feit dat Vlaanderen grotendeels katholiek is gebleven en Nederland grotendeels protestants heeft alles te maken met de heerszucht van het Spaanse rijk. De Spanjaarden hebben veel sporen achtergelaten in zowel Nederland als Vlaanderen. De verschillen tussen die twee delen van het Nederlandse taalgebied zijn subtiel, maar voor mij heel voelbaar en soms heel herkenbaar. Dat we nu, bijna 400 jaar later, in vrede kunnen leven en deel uitmaken van dezelfde Europese gemeenschap, met gedeelde waarden en gezamenlijke doelen, heeft iets heel moois. Je voelt je dan verbonden met andere mensen en je begrijpt wat het betekent om Europeaan te zijn.

Bruegel - Leen Huet

Gonzalo Fernández Gómez werkt momenteel in het Vertalershuis aan de Spaanse vertaling van de Bruegelbiografie van Leen Huet.

Liefde voor Bruegel

Mijn huidige project is de biografie van Pieter Bruegel door Leen Huet. Dat boek ligt mij bijzonder nauw aan het hart: ik vind Bruegel een waanzinnig boeiende schilder. Er zit zoveel achter zijn schilderijen, en het blijft zo'n geheimzinnige figuur. Ik heb stiekem de ambitie om een proloog te schrijven voor de Spaanse editie van die biografie. Maar daarvoor moet ik stevig doorwerken en de tijd begint te dringen. Aan achtergrondmateriaal in ieder geval geen gebrek: ik heb thuis allerlei boeken over Bruegel, zowel in het Nederlands als in het Spaans en het Engels.

Een van de belangrijkste doelen van mijn verblijf in Antwerpen deze zomer is om zoveel mogelijke Bruegel-gerelateerde plekken te bezoeken, te beginnen met de KMSKB. Daar hangen een aantal markante Bruegels die ik nog nooit heb gezien, waaronder ‘De val der opstandige engelen'. Dat bezoek was oorspronkelijk gepland voor de lente van 2020. Het coronavirus had helaas andere plannen, en zowel mijn vooronderzoek naar Bruegel als de vertaling van de biografie werd steeds uitgesteld.

Leren van elkaar

Een verblijf in het Vertalershuis is voor mij enerzijds een kans om in contact te komen met collega-vertalers uit andere taalgebieden. Dat is heel verrijkend en vaak ook gezellig. We leren altijd wel iets van elkaar, wisselen informatie uit en vertellen verhalen over onze ervaringen in de boekenwereld. Anderzijds krijg je de kans om je onder te dompelen in de Vlaamse cultuur. Musea, lezingen, boekpresentaties en dergelijke zijn voor mij een heel belangrijke motivatie om in Antwerpen te willen verblijven. Als het een beetje klikt met je huisgenoot is het heel leuk om samen te eten of de stad in te gaan.

Lunch Vertalershuis: Vertalers Gonzalo Fernández Gómez  en Hannah Perron met Esther de Gries (Literatuur Vlaanderen)

Vertalers Gonzalo Fernández Gómez  en Hannah Perron lunchen met Esther de Gries (Literatuur Vlaanderen).

Vertalen is en blijft een voortdurend leerproces. Onlangs zag ik op internet een leuke wijsheid over vertalen voorbijkomen. In het Nederlands zou het ongeveer zo gaan: "Het feit dat je een vreemde taal kent, maakt van jou een vertaler in dezelfde mate als het feit dat je tien vingers hebt van jou een pianist maakt." Is dat goed Nederlands? Ik weet het niet. Maar ik hoop dat het idee in ieder geval duidelijk is, want het is een waarheid als een koe.