Op de cover van Quimera, een Spaans tijdschrift over literatuur, prijkte in februari 2022 een zwart-witbeeld van de jonge Hugo Claus. Een derde van het magazine is gevuld met vijf kortverhalen - cuentos - van de auteur. De aanleiding? Een fragmentvertaling van de kortverhalenbundel ‘Alle verhalen’ in 2020 door Gonzalo Fernández Gómez. De literaire vertaler was dus de schakel, zoals vaker voorvalt.
Hugo Claus is een klinkende naam in de literatuur in Vlaanderen. Is dat ook het geval in de Spaanse letterensector?
‘Claus is zeker bekend en dus dankbaar om mee aan de slag te gaan. Daarnaast ben ik altijd gecharmeerd geweest van het genre kortverhalen. Maar om eerlijk te zijn maakte ik een inschattingsfout over ‘Alle verhalen’. In die verzameling zitten veel experimentele teksten uit de jonge jaren van de auteur. Dat is minder relevant voor de Spaanse markt, dus een volledige vertaling uitgeven zit er niet meteen in. Bovendien dateert een deel van die verhalen uit de naoorlogse periode: de sociaaldemocraten hadden gewonnen, er was niets meer om voor te vechten, en de kunst antwoordde met l’art pour l’art. Veel van de experimenten die daaruit voortvloeiden zijn vandaag niet meer interessant of kunnen zelfs als mislukt worden beschouwd. Met de special van Quimera zette ik alvast een eerste stap naar een eventuele bloemlezing.’
Ga je vaker aan de slag met werk dat je bevalt?
‘Al doende heb ik geleerd dat ik dat nodig heb om gemotiveerd te blijven. Een volledig boek vertalen neemt al snel enkele maanden in beslag en ik omschrijf het vaak als een emotioneel proces. Dan loont het dat je enthousiast bent. Aanvankelijk nam ik alle opdrachten aan die ik krijgen kon, maar dat leverde veel vertaalwerk op waar ik niet voor de volle honderd procent achter stond. Een dikke vijf jaar geleden kwam plots de kans om, met hulp van Literatuur Vlaanderen, een fragment uit ‘Oorlog en Terpentijn’ van Stefan Hertmans te vertalen. Toen wist ik het: hier ligt mijn hart. Het duurde nog even voor de rechten verkocht werden aan Anagrama, maar dankzij Elise van Literatuur Vlaanderen en mijn eigen getouwtrek zijn we erin geslaagd. Die vertaling was een kantelpunt voor mij.’
Ik doe deze job echt uit goesting – wat een prachtig woord trouwens – en niet voor het geld.
Gonzalo Fernández Gómez
Op je vernieuwde website spat de literatuurliefde ervan af. Je vermeldt ook expliciet dat je ‘je inzet voor de verspreiding van kwalitatief hoogstaande literatuur uit Nederland en Vlaanderen in de Spaanstalige wereld’. Vanwaar die bewuste bewoording?
‘Ik doe dit werk echt uit goesting – wat een prachtig woord trouwens – en niet voor het geld. Ik wil bruggen leggen tussen onze culturen, maar de inhoud waar ik aan werk moet mij blijven aanspreken, vandaar die bewuste keuze voor wat ik zelf definieer als ‘kwalitatief hoogstaande literatuur’. Zelf werd ik geboren in Madrid, maar in 2001 verhuisde ik naar Nederland. Mijn familie woont nog in Spanje en ik probeer een paar keer per jaar terug te keren. Soms valt dat samen met een buitenlandse toer van een Nederlandstalige auteur, en als ik op bezoek ben, probeer ik ook altijd om langs te gaan bij enkele uitgevers. De kern van de literaire wereld zit voornamelijk in Barcelona, waar ik ook graag naartoe reis, maar Madrid beent de laatste jaren bij.’
Stel dat je morgen moet kiezen tussen fictie en non-fictie. Welk genre kent je voorkeur?
‘Dat is een moeilijke vraag. Momenteel buig ik me in het Vertalershuis over de biografie van Pieter Bruegel van Leen Huet, en ik leer van dat soort werk ontzettend veel bij. Non-fictie is vaak duidelijk en niet voor interpretatie vatbaar. De uitdaging ligt vooral in de research die je doet voor de vertaling, die je dan verwerkt in voetnoten. Bij fictie is er meer speelruimte op taalvlak – qua klank, ritme, oude of hedendaagse Spaanse taal – althans zo zie ik het. Er zijn ook literair vertalers die vinden dat je woord per woord letterlijk moet omzetten en je je weinig creativiteit kunt permitteren. Ik ben in ieder geval blij met de afwisseling tussen de genres, maar voor mij telt bovenal de kwaliteit van de inhoud.’
Ik zou ook graag Russisch willen leren, net omdat de taal andere letters en klanken gebruikt. Of Duits, enkel en alleen om Kafka in de oorspronkelijke taal te kunnen lezen.’
Gonzalo Fernández Gómez
Blijft er nog tijd over om te lezen in je vrije tijd?
‘Dat is helaas geen evidentie, terwijl ik dat zo graag doe. Van kinds af aan. Het eerste boek dat een diepe indruk op me maakte was ‘Het Oneindige Verhaal’ van Michael Ende. Ik was toen ongeveer twaalf jaar. Ik zat volledig in die fantasiewereld van Ende en genoot van zijn taalgebruik. In mijn adolescentie overviel me zo’n gevoel opnieuw met ‘De gedaanteverwisseling' van Franz Kafka. Na de openingsscène, waarin het hoofdpersonage wakker wordt als insect, volgt een zowel filosofisch als esthetisch sterke gedachtestroom die mijn blik verruimde. Momenteel ben ik in de ban van een Spaanse auteur: Javier Marías, wiens werk in veertig talen werd vertaald. Zijn stijl is onnavolgbaar en ik voel dat ik me in zijn boeken kan verliezen zoals vroeger. Dat wordt door de jaren heen, vermoedelijk als gevolg van mijn beroep, minder makkelijk.’
‘Maar even terugkomend op ‘Het oneindige Verhaal’... Dat las ik natuurlijk in het Spaans, ergens in de jaren 80. Achteraf leerde ik dat het vertaald werd door Miguel Sáenz, die later als eerste vertaler ooit opgenomen werd als lid van de Real Academia Española. Dat is zowat de hoogst mogelijke onderscheiding voor iemand die zich met taal bezighoudt in de Spaanstalige wereld. Het is bijzonder dat een vertaler daarvoor in aanmerking kwam. Voor mij toont dat in ieder geval aan dat ik op jonge leeftijd al gevoelig was voor goed lopende vertalingen.’
Op je website citeer je een quote van collega-vertaler en bekend auteur Eduardo Mendoza: ‘Es posible que el paraíso sea un lugar donde puedes estar con tus diccionarios, con tu té, con un ordenador que no se cuelga y la perspectiva de ir traduciendo, sin prisas, durante toda la eternidad.’ Wil je zo oud worden?
(Het is mogelijk dat het paradijs een plaats is waar je kunt zijn met je woordenboeken, met je thee, met een computer die niet vastloopt en het vooruitzicht om zonder haast tot in de eeuwigheid te vertalen.)
‘Ik kan me volledig in deze uitspraak herkennen. Ik volg Mendoza al sinds mijn puberjaren. Hij was toen mijn literair idool. Mendoza is gekend als schrijver van onder andere ‘De stad der wonderen’. Voor hij schrijver werd, werkte hij als vertaler voor de Verenigde Naties. In een interview zei hij eens dat hij het liefst elk jaar een nieuwe taal zou leren. Ook dat begrijp ik. Ik herinner me het plezier van het Nederlands ontcijferen, toen ik in Nederland aankwam. In het begin is elke vreemde taal een soort van code, een spijkerschrift. Ik zou bijvoorbeeld graag Russisch willen leren, net omdat de taal andere letters en klanken gebruikt. Of Duits, enkel en alleen om Kafka in de oorspronkelijke taal te kunnen lezen.’
Gonzalo Fernández Gómez vertaalt fictie, non-fictie en kinder- en jeugdboeken in het Spaans. Hij vertaalde onder meer 'Oorlog en Terpentijn' van Stefan Hertmans, 'Woesten' van Kris Van Steenberge, 'Thuis in muziek' van Alicja Gescinska, en 'Hoe de wereld perfect functioneert zonder mij' en 'Massa' van Joost Vandecasteele.