Letterensector vraagt aandacht voor eerlijke verloning

In de kijker 05 maart 2021

Het Overleg Literaire Organisatoren (OLO) vraagt aandacht voor eerlijke en gelijke verloning in de literaire sector. Naar aanleiding van het rapport 'Ongelijk maar eerlijk', geschreven door dr. Kila van der Starre, roepen het Overleg Literaire Organisatoren, deBuren, de Vlaamse Auteursvereniging en Literatuur Vlaanderen auteurs en organisatoren op de komende tijd naar de eigen praktijk te kijken en de resultaten hiervan met ons te delen.

Overleg Literaire Organisaties
©

Sarah Ouaamari

Ongelijk maar eerlijk

In de brede culturele sector groeit de aandacht voor eerlijke verloning van kunstenaars. Waar er in verschillende deelsectoren al concrete stappen zijn gezet naar standaardisering van de onderlinge afspraken, bestaat een dergelijk kader nog niet tussen auteurs en literaire organisatoren. De behoefte aan duidelijkheid is bij alle partijen groot: auteurs willen correct vergoed worden en organisatoren willen correct vergoeden. Om deze groeiende praktijk van een bredere basis te voorzien, lieten het Overleg Literaire Organisatoren, deBuren, de Vlaamse Auteursvereniging en Literatuur Vlaanderen een onderzoek uitvoeren naar de huidige praktijk rond het vergoeden van literaire auteurs, literaire vertalers en illustratoren in Vlaanderen.

Literatuurwetenschapper dr. Kila van der Starre, naast zelfstandige letterkundige verbonden aan de Universiteit Utrecht en de Hogeschool van Amsterdam, voerde in alle academische onafhankelijkheid een databaseonderzoek uit en nam een enquête af bij een gerichte steekproef aan respondenten. Het vandaag tijdens het OLO in definitieve vorm gepresenteerde onderzoeksrapport 'Ongelijk maar eerlijk' is hiervan de uitkomst.

De adviezen van Van der Starre lopen uiteen. Ze wijst op het belang van open communicatie tussen auteurs en opdrachtgevers en geeft aan dat het gesprek over minimum- of standaardtarieven diepgaander gevoerd moet worden. Ze signaleert dat er veel kennis voorhanden is bij de opdrachtgevers van dit rapport en dat het goed zou zijn als meer actoren hun weg naar deze instellingen zouden vinden. 

Het is allemaal erg herkenbaar: de schroom om over vergoedingen te praten, de onduidelijkheid over administratieve regels, de beperkte aandacht voor literaire vertalers en de lagere vergoedingen door scholen en bibliotheken. Dit onderzoek laat zien dat er nog veel verbeterd kan worden. Samen zorgen we voor een correcte verloning voor auteurs en vertalers.

Matthijs de Ridder, voorzitter Vlaamse Auteursvereniging

Systeemfouten?

De opdrachtgevers bedanken de deelnemers aan het onderzoek die openheid van zaken wilden geven. Gelukkig wordt er bovendien niet alleen nagedacht over eerlijke verloning maar wordt dit principe ook al breed in de praktijk gebracht. Zo engageerden de literaire organisaties die een meerjarenovereenkomst afsloten met Literatuur Vlaanderen zich om minimumtarieven te hanteren. Tegelijkertijd zijn er opvallende verloningsverschillen tussen actoren, weet niet iedereen bij welk loket je terechtkunt voor welke vragen en is er één advies dat in het bijzonder zorgen baart: ‘Respondenten geven aan dat minimumtarieven – in plaats van standaardtarieven – ongewenste consequenties met zich mee kunnen brengen.’ Deze angst voor minimumtarieven legt een systeemfout bloot. Als professionele organisaties het eigen personeel verlonen volgens de geldende barema’s, mag je verwachten dat zij deze lijn doortrekken naar kunstenaars die in hun opdracht optreden. 

Uit het onderzoek blijkt dat vergoedingen voor lezingen in scholen en door kinder- en jeugdauteurs lager zijn dan de gemiddelde bijdragen voor auteursoptredens. Literatuur Vlaanderen wil de specifieke lezingencontext voor dit genre en deze doelgroep verder laten onderzoeken en kijken of er verdere aanpassingen en bewustmaking nodig is.

Paul Hermans, directeur Literatuur Vlaanderen

Oproep: deel je praktijk

Auteurs en organisatoren kunnen hun ervaring tot en met 5 juni 2021 delen via www.deburen.eu/olo. We hopen op zo veel mogelijk reacties. Enkele vragen als leidraad: 

  • Voor organisaties: hoe loopt de verloning in jouw organisatie? Is er een verband tussen loon naar werken voor het personeel en voor de betrokken kunstenaars? Zie je een effect van de inspanningen die in het kader van 'Ongelijk maar eerlijk' gedaan zijn?
  • Voor auteurs: stel je een vraagprijs voorop en wordt die gehonoreerd? Hoe verloopt het gesprek hierover met je opdrachtgevers? Verwijzen zij naar de minimumtarieven van auteurslezingen, naar de engagementsverklaring van de literaire organisatoren die structureel betoelaagd worden of naar hun eigen verloningspraktijk?

Het gehele literaire veld wint als iedereen die zich professioneel inspant hier ook adequaat voor betaald wordt. Als blijkt dat het hanteren van eerlijke tarieven leidt tot een verschraling van het aanbod, is het een verantwoordelijkheid van alle spelers in het veld om samen met de overheden te zoeken naar oplossingen hiervoor.

Willem Bongers-Dek, directeur deBuren en voorzitter OLO