Bertolt Brecht schreef ooit dat alle kunsten een bijdrage leveren aan de grootste kunst van alle: de levenskunst – de kunst het leven te leven. Daarvan vertrekkende, is de schrijver de ultieme levenskunstenaar. Het leven zélf is immers een verhaal. Soms een sprookje, dan weer een thriller. Saaiere passages, spanningsbogen, plottwists, en altijd een open einde. Wat gebeurt er straks of morgen? Hoe eindigt ons verhaal? Niemand die het weet.
Wel, als het leven een verhaal is, dan is de schrijver de levenskunstenaar bij uitstek. Hij of zij verstaat de kunst van de gestolde levenservaring, gevat in een boek. De verhalende vorm is ideaal om universele menselijke emoties, motieven en existentiële situaties te tonen en invoelbaar te maken: denk aan angst, verlangen, verdriet, woede, schaamte en vreugde, maar ook aan trots, eer, wraak en lust, of verliefdheid, eenzaamheid, wanhoop en zelfhaat. Meer dan een academische verhandeling of abstracte theorie dat ooit zou kunnen. De schrijver als levenskunstenaar op papier: check! Daarom niet per se in het dagelijkse leven, al zijn er heel wat die de kunst van het “grootsch en meesleepend” leven bijzonder goed verstaan.
Hier ligt volgens mij de kiem van de magie. De schrijver als levenskunstenaar is meteen ook de ultieme leesbevorderaar; de meest impactvolle verhalenverteller.
Geen andere verteller kan ons zo bij de lurven pakken. Dat hoeft niet te verwonderen. De auteur leest immers voor als ervaringsdeskundige. Hij of zij heeft alles zélf meegemaakt of zélf verzonnen. Ik hoor ook het liefste alles uit eerste hand in plaats van via via.
Niet elke schrijver is een performer, maar elke tekst bezit een innerlijke stem die bij het lezen in je hoofd klinkt en die het best vertolkt kan worden door de auteur zelf. Toen ik bij de literaire organisatie Behoud de Begeerte werkte, werd dit heilige principe steevast gehuldigd. De auteur betrad het podium. Een acteur was enkel en alleen een optie als de auteur verhinderd was wegens te beroemd, te onbereikbaar of te dood. Ook literatuur die niet voor het podium is gemaakt, bezit de drang om los te komen van het papier om de taal te laten zingen, snerpen en schreeuwen. Is er een betere manier om de begeerte naar de letteren, de liefde en het leven aan te wakkeren, luidde de gangbare retorische vraag.
De schrijver, zo blijkt ook uit tal van onderzoek, werkt aanstekelijk op de leesspieren.
Zo leidt een schrijver in de klas vaak tot een leespiek, overigens niet alleen van de boeken van de schrijver zelf. Kinderen, jongeren, ook volwassenen worden aan het denken gezet, begrijpen boeken beter en vinden het leuk om een schrijver in het echt te ontmoeten. Door het persoonlijke verhaal en het directe contact springt een vonk over. De auteur als brandversneller van het leesvuur.
Auteursontmoetingen kunnen een grote impact op de taal- en leescompetenties van leerlingen betekenen in álle scholen: kleuter, lager, secundair, algemeen, doorstroom of arbeidsfinaliteit, okan, noem maar op. Zolang dat bezoek maar deel uitmaakt van een krachtig taal- en leesonderwijs op school. Hoe meer leerlingen op voorhand rond het bezoek gewerkt hebben, hoe meer ze van de lezing zullen opsteken. Wanneer de school een leesbeleid heeft uitgerold met een visie en aanpak waarvan iedereen is doordrongen, zorgt de begeesterde auteur voor de bonus. Het auteursbezoek is de kers op de taart. De bloemekee die het verschil maakt bij het doelpubliek.
Lezers maken we samen, en dat vraagt volgehouden inspanningen vanuit verschillende beleidsdomeinen. Met het leesoffensief werd een gedragen visie en strategie ontwikkeld, maar we zijn er nog lang niet. Er is een tweede adem nodig. Het nieuwe regeerakkoord stemt alvast hoopvol: “leesbevordering is een speerpunt, duurzaam, beleidsdomeinoverschrijdend, adequate financiering binnen een passende beheerstructuur. Bibliotheken een centrale rol. Ter versterking van het taal- en leesonderwijs bouwen we op het aanbod en de expertise van Iedereen Leest. Bijzondere ondersteuning van cultuurorganisaties en individuele kunstenaars (auteurs!) die inzetten op de samenwerking met scholen.”
Een overheid kan veel doen, maar wij kunnen als individu ook een steen verleggen. Zeker als we dat samen doen.
Mijn suggestie? Laat jongeren kennismaken met de auteurs van actuele boeken die aansluiten bij hun leefwereld. Deze zomer werd met de steun van de Koning Boudewijnstichting het Vrienden van de Boon-fonds opgericht dat juist dát wil doen: jongeren in de klas laten genieten van het allernieuwste literaire kruim. Dit schooljaar zijn we met 16 pilootscholen over heel Vlaanderen en Brussel gestart. Zij volgen een speciaal leestraject, verbonden aan de longlist van de komende Booneditie.
De leerkrachten van deze scholen gaan in gesprek met elkaar en met de jury van de Boon eenmaal de longlist bekend is (eind november). Zo kiest elke school één titel uit deze longlist van 15 titels waarrond in het tweede semester zal worden gewerkt met allerlei didactisch materiaal en interactievormen, met hulp van het Lezerscollectief en de steun van het hele boekenvak, vertegenwoordigd in het bestuur van de Boon. Het hoogtepunt is uiteraard het bezoek van de auteur in de klas. Levenskunst in actie.
Het Vrienden van de Boon-fonds wil dit project laten groeien en zoveel mogelijk leerlingen in zoveel mogelijk scholen toegang geven tot inspirerende boeken.
Heb jij een boon voor onderwijs en literatuur? Je kan deze ambitie mee realiseren door een fiscaal aftrekbare gift te doen via deboon.be, klikken op “doe een gift”. Zo geven we literatuur een vaste plek in de klas.