Auteurs en illustratoren die bij Literatuur Vlaanderen subsidie aanvragen voor literaire creatie, doen dat voortaan allemaal via dezelfde regeling. Vanaf dit najaar is er slechts één reglement voor werkbeurzen, en dat voor alle genres: strips, non-fictie, proza, poëzie, theater, illustratie en kinder- en jeugdliteratuur. Het reglement is ook niet langer afhankelijk van het aantal publicaties dat al van een auteur of illustrator verscheen. Op deze manier stroomlijnt Literatuur Vlaanderen haar ondersteuningsmiddelen en werkt ze ongelijkheden weg.
Van vier naar één
Een werkbeurs is een subsidie aan een auteur, waarmee die tijd kan vrijmaken om kwaliteitsvol nieuw literair werk te maken. De voorbije jaren bestonden er vier regelingen naast elkaar. Er werd een onderscheid gemaakt tussen genres, met een apart reglement voor non-fictie en strips, en ook tussen auteurs met één publicatie op hun naam en auteurs met twee of meer publicaties. Het nieuwe reglement voor 2021 wil deze versnippering wegwerken en vervangt dus de aparte werkbeursregelingen voor strips en non-fictie en de stimuleringssubsidie voor debutanten.
De principes zijn in het nieuwe reglement niet veranderd, maar ze zijn nu voor iedere auteur en illustrator gelijk. Dat is bijvoorbeeld goed nieuws voor debutanten: zij kunnen vanaf één publicatie jaarlijks een werkbeurs van 2 tot 8 eenheden ontvangen. Belangrijk om in het oog te houden: ook de deadlines zijn nu voor alle genres dezelfde.
Goed om te weten
Auteurs kunnen één keer per jaar een aanvraag indienen. Dat kan vanaf één publicatie.
Er zijn twee deadlines per jaar, onafhankelijk van het genre:
- Auteurs of illustratoren met in totaal 5 of meer publicaties vragen uiterlijk op 1 december 2020 aan.
- Auteurs of illustratoren met 1 tot 4 publicaties dienen ten laatste op 1 juni 2021 hun aanvraag in.
Een beurs bedraagt 2 tot 8 eenheden, waarbij 1 eenheid voor 2021 overeenkomt met € 2.600.