Corona heeft al heel wat auteurslezingen gedwarsboomd; dat is niets nieuws. Zowel overheidsmaatregelen als terughoudendheid bij organisatoren en auteurs zorgden bij elke golf voor een terugval, maar gelukkig zijn er wel opnieuw mogelijkheden én zal dat hopelijk de komende maanden alleen nog maar verbeteren. Literatuur Vlaanderen vroeg aan een auteur en een organisator om te vertellen hoe zij lezingen aanpakken in deze bijzondere tijden. Én waarom het zowel het publiek als henzelf zoveel deugd doet.
Jeugdauteur Guy Didelez: “Met open armen ontvangen”
“Ik geef vooral lezingen voor scholen. Waar er een jaar geleden heel veel lezingen geannuleerd werden, gaat er nu terug meer door. Of een lezing wordt verschoven, maar nog zelden definitief geschrapt. Ik voel me op dit moment ook veel veiliger als ik een lezing geef: scholen voorzien een ruimte die groot genoeg is voor het aantal leerlingen dat de lezing bijwoont, zorgen voor verluchting en plaatsen CO2-meters. Dat is een heel verschil met een jaar geleden. Zelf hou ik uiteraard altijd voldoende afstand en draag ik een mondmasker, behalve tijdens het geven van de lezing. Op dat moment vind ik het belangrijk dat leerlingen mijn expressie kunnen zien; anders gaat een groot deel van het vertelplezier verloren, voor hen én voor mezelf."
"Zowel leerlingen als leerkrachten zijn heel blij en dankbaar: eindelijk gebeurt er op school nog eens iets anders dan lessen. Ik word er met open armen ontvangen. Doordat iedereen mondmaskers moet dragen, is het wel moeilijker om hun reacties in te schatten. Je voelt wat meer terughoudendheid, wat minder spontaniteit. Maar desondanks is het elke keer weer een bijzonder fijne ervaring.
Als alternatief voor online lezingen maakte ik vorig jaar een aantal filmpjes over mijn boeken. Dat heeft zeker voordelen. Toch heeft live lezingen geven nog steeds mijn voorkeur, al zijn de omstandigheden momenteel niet altijd ideaal. Zo heb ik al lezingen gegeven met mijn jas aan omdat het door de open ramen te koud was, of in een niet zo gezellige turnzaal gestaan omdat dat voor het aantal leerlingen de meest geschikte ruimte was. Dat is even aanpassen, maar ik denk dan vooral: blij dat ik hier toch maar kan zijn.”
Isabelle Rossaert: "Publiek triggeren door interactie, ook online"
Isabelle is coördinator van de SchrijversAcademie en het Basisjaar Literair Schrijven. “Voor deze opleidingen organiseren we elk jaar vijf auteurslezingen. Die zijn in de eerste plaats bedoeld voor onze studenten, maar staan ook open voor buitenstaanders. De lezingen zijn toegespitst op het schrijfproces zelf: auteurs laten de deelnemers binnenkijken in hun interne keuken.
Sinds vorig academiejaar zorgen we telkens voor een livestream van de lezingen, hoewel we de lezingen wel zoveel mogelijk mét publiek laten doorgaan. Een lezing bestaat nu telkens uit twee delen: een waarbij ik de auteur interview en een waarbij de auteur vragen uit het (virtuele) publiek voorgelegd krijgt.
We proberen op een aantal manieren in te gaan tegen de livestreammoeheid die we toch wel vaststellen. Zo merken we dat een gesprek met een interviewer beter werkt dan wanneer auteurs alleen aan het woord zijn. We maken de lezingen ook interactief, met vragen uit het publiek. Dat triggert mensen om de lezing live te volgen eerder dan uitgesteld te bekijken: ze kunnen tijdens de pauze hun eigen vragen doorgeven en zien die dan in het tweede deel van de lezing beantwoord.
Wij kunnen uiteraard al rekenen op een vast publiek, namelijk onze studenten. Externen maken we warm om een abonnement te kopen voor een reeks lezingen, eerder dan een ticket voor één lezing. Door de lezingen te kaderen in een reeks, met een specifieke formule en insteek, kun je een geïnteresseerd publiek creëren dat ook voor meerdere keren inschrijft. Mensen die één lezing meemaken, worden geprikkeld om ook de volgende mee te maken.
Er zijn zeker manieren om ook online lezingen dynamisch te maken en verbinding te creëren. Zo interviewde ik een tijdje geleden Gaea Schoeters via Zoom. Aan het eind heb ik iedereen uitgenodigd om de camera aan te zetten. Wie dat wou, kon vertellen wat hen het meeste had getroffen aan de lezing. Dat leverde een fijn moment op, omdat de deelnemers zich rechtstreeks tot de auteur konden wenden, maar ook omdat Gaea en ik rechtstreeks feedback kregen over hoe de lezing bij het publiek was overgekomen.
De lezingen uit de reeks zetten we, uiteraard in overleg met de auteur, meestal na enkele maanden online zodat iedereen ze kan bekijken. Het is een vorm van publiciteit voor onze werking en past in onze opdracht. Uiteraard kun je er ook voor kiezen om dat niet te doen, waardoor het exclusief blijft voor wie zich inschrijft. Het is uiteindelijk de auteur die beslist.”