Colleen Higgins, vertaalster Nederlands-Engels, bracht de eerste helft van mei in het Antwerpse Vertalershuis door. Dit is haar enthousiaste verslag.
Een warm welkom
'Bij aankomst in het Vertalershuis werd ik verwelkomd door mijn huisgenoot Rolf Erdorf, die me meteen een rondleiding gaf door de buurt en een heerlijke zelfgemaakte soep voor me had bereid.
Tijdens mijn verblijf werkte ik aan de vertaling van ‘Vet belangrijk’, een non-fictieboek van Mariëtte Boon en Liesbeth van Rossum. Het zachte licht in mijn werkkamer aan de achterkant van het appartement was prettig. Met de verwarming aan en een kaarsje was mijn omgeving warm, knus en bevorderlijk om in te werken.'
Ik keek ernaar uit om veel naar gesproken Vlaams te kunnen luisteren door onopvallend te luistervinken. De muzikaliteit en de kleur doen me denken aan het Iers-Engels.
Praten over eten
'In de kantoren van Literatuur Vlaanderen ontmoette ik Karen, die alles wat met het Vertalershuis te maken heeft in goede banen leidt. Later die week werden Rolf en ik door Karen en een aantal collega’s getrakteerd op een gezellige lunch in ons appartement. Ze kwamen langs met allerlei salades, broodjes en kazen. Het was heel fijn om elkaar op een informele manier beter te leren kennen. Ik vond het geweldig om mijn tafelgenoten zo enthousiast over eten te horen praten, een van mijn favoriete onderwerpen.
Ik vind het heerlijk om te luisteren naar mensen die Vlaams spreken. De muzikaliteit en de kleur doen me denken aan het Iers-Engels. Van eerdere bezoekjes aan Vlaanderen herinnerde ik mij dat ik niet altijd kon verstaan wat er gezegd werd, vanwege het dialect of de manier waarop mijn brein geprogrammeerd is. Ik had vaak wat meer tijd nodig om het te begrijpen.
Ik keek er dan ook naar uit om veel naar gesproken Vlaams te kunnen luisteren door onopvallend te luistervinken. Op die manier kon ik de taal tot me laten doordringen zonder direct antwoord te moeten geven. Ik ontdekte ook dat mensen míj niet goed begrepen wanneer ik Nederlands sprak, en dus werd ik meermaals geconfronteerd met vragende blikken.'
Op verkenning in Antwerpen
'In mijn vrije tijd verkende ik de buurt en de rest van Antwerpen. Het eerste weekend stond Antwerpen Proeft op het programma en de zaterdag erop bracht ik een aantal gedenkwaardige uurtjes door in de Chocolate Nation, waar ik het geluk had tien verschillende smaken warme, gesmolten chocolade te mogen proeven. Ik wandelde ook veel door de stad en bewonderde de gebouwen en pleinen. Een van mijn favoriete plekjes was het Begijnhof: een heel rustige, groene en goed verborgen oase.
Zurenborg, de wijk waar het Vertalershuis zich bevindt, is heel bijzonder. Je vindt er opvallende gebouwen, de gezellige Dageraadplaats en eigenaardige straatnamen zoals Grotehondstraat, Kleinehondstraat en Dolfijnstraat. De tastbare aanwezigheid van de Joodse gemeenschap, op straat en op deurposten, in gebouwen en in winkels. Tijdens mijn verbleef las ik ‘Mazzel tov’ van Margot Vanderstraeten, dat zich in deze Antwerpse wijk afspeelt. (‘Wil’ van Jeroen Olyslaegers staat op mijn leeslijst.) Eenmaal weer thuis heb ik de film ‘Left Luggage’ van Jeroen Krabbé opnieuw bekeken, die zich naar het schijnt ook in Zurenborg afspeelt. Ik kocht kaaskoeken en roggebrood bij bakkerij Kleinblatt en verse kruiden en kasha bij de koosjere supermarkt Grosz.'
Rubens’ parochiekerk
'Rolf en ik kwamen erachter dat we dezelfde tekst vertaald hebben voor de Sint-Jacobskerk in Antwerpen (Rubens’ parochiekerk) – Rolf in het Duits, ik in het Engels. Daarom brachten we op een middag een bezoekje aan de kerk waar we onze vertalingen op de informatieborden konden zien. We zijn ook naar openluchtmuseum Middelheim gefietst om er de beeldhouwwerken en de prachtige oude bomen te bewonderen, om vervolgens heerlijk te eten bij Beni Falafel.
Ik had veel geluk met Rolf als mijn huisgenoot. Onze gedeelde interesse voor eten leidde tot interessante gesprekken en lekkere maaltijden, aangezien we om en om voor elkaar kookten. Rolf is een meester in het maken van soep. Hartelijk dank ook aan Karen voor al haar goede zorgen, en aan Literatuur Vlaanderen om dit verblijf in het Vertalershuis mogelijk te maken.'