Dieren werden veelvuldig door Ward getekend en vormen een van de meest herkenbare visuele motieven doorheen zijn werk. De publicatie 'I’m a Bat' (25), waarin een selectie volksverhalen bevolkt wordt door een resem aan diersoorten, is hier een mooi voorbeeld van.
Wards eerste publicaties behelzen een handvol zines (26)-(27)-(28)-(29) en een boek (30) waarin de menselijke figuur centraal stond. Hierin portretteerde hij willekeurige individuen, waarvoor hij referentiemateriaal vond op het internet (zie: Internet). Daarna verschoof de focus langzamerhand naar het dierenrijk. Zo werd een belangrijke rol toegedeeld aan de familie der primaten (31)-(32), slangen en vogels (33), vissen (34) of katten (35). Deze fascinatie culmineerde uiteindelijk in een personificatie van de kunstenaar met dieren en beesten (zie: Haas & Gaai, Boris & Kitchenknife, Loloman). Tegelijk begonnen thema’s als jeugdcultuur en een sluimerende interesse in het stedelijke aan belang te winnen, zoals in 'The Breeze' (36). De laatste jaren concentreerde Ward zich het meest op narratief werk, met als resultaat onder andere het beeldverhaal 'Wolven' (19), in samenwerking met scenarist Enzo Smits.