Veel van Wards projecten zijn gesitueerd in en rond een bos. De locatie dient als schuilplaats voor zowel dier (zie: Dieren) als mens (zie: Boomhut), en representeert in zijn oeuvre tevens een overgangsritueel. In verschillende verhalen worden personages getransformeerd door hun passage in het woud. Wards favoriete coming-of-age-film 'Stand by Me' (83) indachtig — enkele beste vrienden gaan op zoek naar een lijk in een bos en komen onderweg bosbewoners tegen die een blijvende impact hebben op hun jonge leven (denk: herten, bloedzuigers, treinen) — staat het bos ook voor de ultieme plek voor verbroedering. Diepgaande vriendschap is immers een ander centraal thema dat we aantreffen in het oeuvre en persoonlijke leven van de artiest.
Het bos draagt vaak ook een zekere mystiek in zich, lijkt meer dan de stad losgekoppeld van de realiteit. Het is een plek waar dieren spreken, bovennatuurlijke lichten dwalen en ufo’s verschijnen (zie: X-Files). Ook in zijn grote houtskooltekeningen leek de laatste jaren de natuur meer en meer over te nemen, en verdween de stad naar de achtergrond. Zo liet Ward zich voor de tentoonstelling 'Schaduwen' (84) inspireren door de films 'Uncle Boonmee Who Can Recall His Past Lives' en 'Tropical Malady' van de Thaise regisseur Apichatpong Weerasethakul (52). Het tropische, jungle-achtige maakt van dit bos nog meer dan in de eerder vermelde werken een mystieke en moeilijk te peilen plek die tot ieders verbeelding spreekt.