“Elke vertaling is een gesprek met de auteur”

Leestijd: drie minuten

Een klassieker “waar veel mensen bang voor zijn”, zo noemt Miriam Boolsen ‘De Kapellekensbaan’ (1953) van Louis Paul Boon die ze in het Deens vertaalde met als titel ‘Kapelgade’ (Jensen & Dalgaard, 2022). Miriam vertaalde voor dezelfde uitgever ook al het werk van de Nederlandse auteur Nescio, van wie ze grote fan is. Maar ook Boons meesterwerk heeft haar hart gestolen, vertelt de Deense vertaalster vurig.

Miriam Boolsen

Kwam het initiatief voor de vertaling van jou of van de uitgever? “In dit geval heeft de uitgever me gevraagd om de vertaling te maken en ik heb meteen toegehapt en me erin gestort zonder te weten waar ik aan begon. Dat was heel anders met de vertaling van Nescio in 2018. Heel toevallig raakte ik toen op een feestje aan de praat met een van de uitgevers van Jensen & Dalgaard. Ik was zo enthousiast over Nescio dat ze mij gevraagd hebben om zijn werk te vertalen. Als kleine uitgeverij met twee medewerkers durven ze risico’s te nemen en oudere klassiekers uit het Nederlands uitgeven. Dat vind ik geweldig.”

Vraagt zo’n klassieker om een andere aanpak dan een moderne roman? “Nee, voor mij niet. Ik zie elke vertaling als een gesprek met de auteur. Uiteraard met de nodige vertraging. Dat gesprek probeer ik zo puur mogelijk neer te schrijven, zonder me te laten beïnvloeden door meningen van anderen. Ik ben advocaat van wat er geschreven staat en neem die rol heel serieus. Verder probeer ik als vertaler onzichtbaar te blijven en vermijd ik voetnoten. Het is mijn taak om ervoor te zorgen dat de tekst duidelijk is.”

Was het moeilijk om zo’n oudere, experimentele roman naar een hedendaags publiek te brengen? “Eigenlijk niet. Het is een klassieker waar veel mensen bang voor zijn, dat merkte ik aan de reacties toen ik zei dat ik het ging vertalen. Veel mensen denken dat het een zwaar en ingewikkeld boek is, want waarom is het anders zo bekend? Het tegendeel is waar: het is een heel modern en levendig verhaal. Boon is niet aanstellerig, hij probeert niet literair te zijn. Er staat precies wat er moet staan. Elke zin zit goed. Boon doet misschien wel alsof hij linkshandig is, maar eigenlijk is hij rechtshandig. Hoed af voor zijn schrijftalent.”

Nescio
De Kapellekensbaan

Wat heeft jou het meest geraakt in het boek? “Het verhaal bestaat uit drie lijnen die door elkaar lopen: het verhaal van Boontje de schrijver, de voorvallen in het leven van Ondine honderd jaar eerder en tot slot een herschrijving van de fabel ‘Van den vos Reynaerde’. Wat me trof, is dat het hoofdpersonage Ondine helemaal niet sympathiek is. Net als Reynaert de vos probeert ze te overleven. Boon had van haar een slachtoffer kunnen maken, maar dat doet hij niet. Als schrijver staat hij op ooghoogte met zijn personages: hij kijkt niet op hen neer. Ik hou ook van schrijvers die een duidelijke stem hebben en hun persoonlijkheid laten zien.”

Ben je dan geen problemen tegengekomen? “Toch wel, de dialectwoorden waren een uitdaging. Gelukkig heb ik een vriendin die in Antwerpen woont en die me met een heleboel termen heeft kunnen helpen. Als ik worstelde met een passage, hielp het ook om die hardop te zeggen. Dan hoor je pas hoe muzikaal de tekst is en hoeveel ritme erin zit. Ook mijn verblijf in het Vertalershuis heeft me daarbij geholpen. Ik heb daar heel lange dagen gemaakt en heel veel uitgewisseld met de andere vertalers die er verbleven. Het is ook fijn als je weet dat er in de kamer naast je iemand op dezelfde manier aan het lijden is. Vertalen is een apart en eenzaam beroep: je bent uren geconcentreerd aan het werk.”

Wie of wat zorgt ervoor dat je als vertaler kunt floreren? “In de eerste plaats het vertrouwen van mijn uitgevers. Het is zo belangrijk dat ze begrip hebben voor mijn werk. Opmerkingen dat ze bepaalde zaken niet begrijpen, kunnen erg frustrerend zijn, omdat ik heel getrouw omzet wat er in de tekst staat. En soms is dat helemaal niet logisch; schrijvers proberen soms ook gewoon iets uit."

Het is mijn taak om te weerspiegelen wat er staat, ook al is het soms vreemd of verrassend.

Miriam Boolsen, vertaalster Nederlands-Deens

Hoe wordt de vertaling ontvangen? “De reacties zijn heel lovend. Een van de belangrijkste Deense kranten was heel enthousiast over het feit dat er ook tussen kleine talen vertaald wordt en dat zo’n Vlaamse klassieker eindelijk in het Deens beschikbaar is. Voor zulke reacties ben ik heel dankbaar. Ik krijg zelf enkele exemplaren van het boek en probeer die ook weg te geven aan mensen van wie ik weet dat ze zulke werken appreciëren.”

Staat er nog een klassieker op je verlanglijst om te vertalen? “Nee, niet meteen. Ik zou wel heel graag meer toneelteksten vertalen, want ik ben namelijk in Nederland terechtgekomen voor een theateropleiding. Naast vertaalwerk schrijf ik zelf toneelteksten in het Deens, Engels en Nederlands. Mijn brein is dus zeker ook te huur voor alle teksten die hierbij aansluiten.”

Enkele leesfragmenten

"Waarom ik, net als een recensent van de Times Literary Supplement, deze kleurrijke mengelmoes buitengewoon plezierig vind om te lezen, kan ik niet uitleggen. Boons staccatoritme doet enigszins denken aan dat van de Fransman Louis-Ferdinand Céline in zijn fenomenale 'Journey to the End of the Night'. Misschien daarom.

Terwijl ik door Aalst liep om de plaatsen te zien waar Boon woonde en schreef, herlas ik verschillende stukken. Ik bladerde door de pagina's en was telkens weer verrast door hoeveel passages gemakkelijk los van elkaar kunnen worden gelezen als kleine lyrische sequenties.

Aan de andere kant verbaast het me helemaal niet dat Boon kandidaat was voor de Nobelprijs. Op 11 mei 1979 werd hij opgeroepen voor een geheime vergadering op de Zweedse ambassade in Brussel. Helaas is hij de dag ervoor overleden. In een oogwenk. Op zijn bureau."

Jørgen Herman Monrad

Het boek over de kappellekensbaan dat het boek is over de kinderjaren van ondineke, die geboren werd in tjaar 1800-en-zoveel en die verliefd werd op meneer achilles derenancourt, directeur van de garenfabriek de filature, maar die op het laatste van het boek trouwen zal met het zielige oscarke ...

over haar broer valeer-traleer, met zijn mensenhoofd dat van hier naar daar door het leven waggelt, en over meneerke brys die zonder dat hij het wist een der 1e socialisten was ...

over haar vader vapeur, die met zijn goddeloze machine de wereld redden wou, en over al wat mij toevallig niet te binnen schiet, maar dat in zijn grote lijnen de moeizame opgang van het socialisme wil tekenen, en de ondergang van de burgerij die 2 oorlogen op haar kop kreeg en ineenstuikte.

Maar daartussen en daarnaast is het ook een boek dat zich veel later afspeelt, in onze moderne dag van vandaag: terwijl ondineke leeft in tjaar 1800-en-zoveel, leven mossieu colson van tministerie, johan janssens de dagbladschrijver, tippe-totje de schilderes, mtr. mots en pr.dr. spothuyzen - en gijzelf, boontje - ten huidigen dage, op zoek naar de waarden die waarlijk tellen, op zoek naar iets dat de neergang van het socialisme tegenhouden kan.

Maar... de hemel beware er ons voor moest het niet méér zijn dan dat: het is een plas, een zee, een chaos: het is het boek van al wat er op de kapellekensbaan te horen en te zien viel, van tjaar 1800-en-zoveel tot op deze dag.