Leestijd: vierenhalve minuut
“Inspiratie en steun komen uit vele hoeken”
In 2020 was het vijftig jaar geleden dat auteur Roger Van de Velde overleed en naar aanleiding daarvan verscheen er bij Uitgeverij Vrijdag een biografie over de auteur door Ellen Van Pelt en een nieuwe uitgave van ‘De knetterende schedels’. Collega Marieke Roels tipte de klassieker aan vertaler Jonathan Reeder, die meteen verkocht was en een Amerikaanse uitgever vond om de Engelse vertaling te publiceren.
Was het makkelijk om de uitgever te overtuigen? “Ja, dat ging veel vlotter dan ik had verwacht. Ik had een heel promopakket samengesteld met daarin een vertaling van vier fragmenten, een samenvatting van het verhaal, perscitaten van vroeger en nu, een bio en foto van de auteur, de cover en tot slot wat toelichting van wat ik zelf zo goed vind aan het boek. Al bij de tweede uitgever met wie ik contact opnam, was het een schot in de roos. Een collega-vertaler raadde Snuggly Books aan, omdat ze eerder al ‘Tantes’ van Cyriel Buysse had uitgegeven. Het is een aparte uitgeverij en ‘De knetterende schedels’ past perfect in hun fonds, want het is ook een apart boek.”
Wat maakt jou zo enthousiast over het boek? “Wat me vooral geraakt heeft, is de compassie en de humor waarmee Roger Van de Velde schrijft over mensen met wie we meestal niet in aanraking komen, namelijk psychiatrische criminelen. In twintig hoofdstukken schetst de auteur met veel liefde en respect, maar zonder klef te worden, een portret van de mensen die hij ontmoet in de psychiatrische instellingen waar hij terechtkomt. De tragiek van zijn leven is dat hij zelf geen psychiatrische patiënt was, maar als drugsverslaafde in een systeem belandde dat niet voor hem bedoeld was. Er waren in die tijd geen afkickklinieken. Hij werd opgesloten voor het vervalsen van doktersvoorschriften voor een medicijn waaraan hij verslaafd raakte na een zware operatie.”
When it comes to plumbing the depths of the human psyche, I have more faith in poets than in physicians.
Jonathans favoriete quote uit het boek
Als het erop aankomt de roerselen van de menselijke psyche te peilen, heb ik veel meer vertrouwen in dichters dan in dokters. Dichters weten er natuurlijk ook geen barst van, maar zij slagen er tenminste soms in hun blindelings tasten en zoeken naar het wezen der dingen te verwoorden in een klankrijke en ontroerende taal.
De langere versie in het Nederlands
Heb je je in het leven van de auteur verdiept? “Ik heb tijdens mijn verblijf in het Vertalershuis wel wat opzoekingswerk gedaan in het Letterenhuis en heb veel contact gehad met biografe Ellen Van Pelt. Zo heb ik na overleg een passage in de Engelse editie teruggebracht naar wat er in het originele manuscript stond. Daarin was hij scherper. Roger had best wel wat kritiek op het Belgische rechtssysteem en de artsen in de instellingen, die hun patiënten niet meer als mensen zagen en hen alleen maar meer medicijnen wilden geven. Hij heeft een scherp oog en een licht cynische toon waar ik erg van hou. Als ik-verteller is hij nooit zelf het onderwerp. Hij beschrijft op journalistieke wijze wat er allemaal gebeurt en vooral de interactie tussen de patiënten, de bewakers en de artsen. Er zitten best wel wat tragikomische scènes in het verhaal.”
Is de taal van het boek verouderd? “Nee, die is misschien wel licht ouderwets, maar niet gedateerd. Het taalgebruik is wel barok: Roger schrijft bloemrijk en gebruikt kleurrijke woorden, bijvoorbeeld zelfverzonnen woorden of woorden die net niet helemaal juist zijn, vaak uit het Frans, zoals ‘rocambolesk’, ‘abondant’ en ‘refoulement’. Uit de context kun je wel opmaken wat hij bedoelt. Die sfeer wilde ik absoluut behouden in het Engels. Ik heb dus wel wat Franse woorden laten staan, omdat die vaak bijna hetzelfde zijn in het Engels. Hier en daar was er een voetnoot nodig, al probeer ik die te beperken. Ik heb me ook erg geamuseerd met het verzinnen van Engelse scheldwoorden die net niet juist zijn.”
Wie of wat zorgt ervoor dat je als vertaler kunt floreren? “Uitgevers zijn uiteraard onmisbaar, anders krijgt niemand te lezen wat ik vertaal. Maar ik heb mijn romantische ideeën over innige contacten met uitgevers en redacteurs helaas moeten loslaten: de medewerkers van kleine, onafhankelijke uitgeverijen hebben het vreselijk druk, ze opereren op een budget van niks en werken allemaal op andere plekken. Dus veel of vaak contact zit er niet in. Sinds corona is het alleen maar erger geworden.”
Als je depressief bent, moet je geen vertaalwerk doen. Het is een erg solitaire bezigheid.
Jonathan Reeder, vertaler Nederlands-Engels
Heb je ook contact met auteurs? “Ja, al verschilt dat per persoon: bij sommigen kun je eindeloos aankloppen voor informatie, advies en uitleg; anderen willen het pas zien als het klaar is (en soms dán niet eens). Ook zij hebben het heel druk, vaak zijn ze één of meer boeken verder. Maar inspiratie en steun komen uit vele hoeken. Zo heb ik veel aan andere literair vertalers. Ik maak deel uit van een groepje van twintig vertalers Nederlands-Engels in Nederland met wie ik ervaringen, inzichten en tips deel. Ook de ontmoetingen met medewerkers van Literatuur Vlaanderen zijn heel erg fijn én waardevol. Al die contacten zijn erg belangrijk voor mij om nieuwe opdrachten te krijgen en mezelf te verbeteren. En het leuke is dat we elkaar versterken: in tegenstelling tot andere beroepen is er nauwelijks concurrentie."
Om aan de vertaling te werken, kwam je naar het Vertalershuis in Antwerpen. Hoe was dat? “Dat is supernuttig! Niet alleen kun je even ontsnappen aan de afleidingen die je thuis van je werk houden, het is heel verrijkend om in een Vlaamse omgeving te vertoeven. Ook al ligt Nederland vlakbij, we horen en zien hier minder van het culturele leven in Vlaanderen dan je zou denken. Als ik in Antwerpen ben, kan ik me in dat leven onderdompelen. Ik word dan een heel andere persoon: ik spreek overal onbekenden aan en laat me inspireren. Het is ook dankzij zo’n eerder verblijf dat ik mijn eerste vertaling van een Vlaamse auteur maakte. Ik raakte aan de praat met een boekhandelaar, die ‘De eenzame uitvaart’ van Maarten Inghels aanraadde. Net als bij ‘De knetterende schedels’ was ik meteen verkocht. Ook dat boek besteedt aandacht aan mensen over wie we normaal heen kijken. En net als Van de Velde doet Inghels dat met een scherp inzicht en een groot gevoel voor humor. Die Engelse vertaling was er dus nooit gekomen als ik niet de kans had gekregen naar Antwerpen te komen.”
Welke boeken staan er nog op je verlanglijst om te vertalen? “Er zijn twee boeken die ik al bij verschillende uitgevers heb voorgesteld, maar waar ik tot nu toe nog niemand heb voor kunnen strikken. Het eerste is ‘Kartonnen dozen’ van Tom Lanoye. Het boek is niet oud genoeg om als klassieker bestemd te worden, maar in mijn pitch noem ik het een modern classic. Ik rust niet voor dat boek in het Engels uitgegeven wordt. Het tweede is ‘De Pruimelaarstraat’ van Louis Van Dievel. Zijn werk is ondergewaardeerd, maar ik ben een grote fan en beveel het aan iedereen aan.”