“Ik maak andere, hoekige boeken, en dat is mijn sterkte”

Een jaar geleden belandde ‘Een zee van liefde’ op de shortlist van de allereerste Boon voor kinder- en jeugdliteratuur. Pieter Gaudesaboos zou er de prijs van de jury én van het publiek voor krijgen. “Het voelde als een carrièreprijs”, zegt Pieter. “Maar ik zie het ook als een bekroning voor mijn uitgeverij Lannoo, die van bij het begin in mij en mijn werk heeft geloofd.”

Pieter Gaudesaboos
©

Bob Van Mol

Welke ingrediënten maken ‘Een zee van liefde’ tot een succesverhaal? "Op voorhand weet je het nooit. Soms denk ik tijdens het maken van een boek: dit gaat echt potten breken. Maar kort daarna slaat dan de twijfel toe. Wat ik zo fijn vind aan het succes van ‘Een zee van liefde’, is dat het niet evident is. Het is een redelijk dik boek met veel afwisseling in de bladspiegel en zelfs wat witte bladzijden, niet vanzelfsprekend voor een prentenboek. Maar vooral: het gaat over de liefde tussen twee jongens. Subtiel, dat wel. Bij ons kijkt niemand daar nog van op, maar voor het buitenland is dat toch een ander verhaal."

Het boek is verkocht aan negen landen. Is dat veel? "Absoluut. Van mijn vorige boeken zijn telkens drie à vier vertalingen verschenen, en vaak in een kleine oplage. ‘Een zee van liefde’ verschijnt in veel meer talen en grotere oplagen, en voor het eerst heb ik nu ook een Duitse uitgever, dat wou ik al zo lang. Het is wel een bijzonder verhaal: mijn Duitse uitgeefster richtte speciaal voor mijn boek een uitgeverij op, Jakob Verlag. Eigenlijk geeft mijn uitgeefster kookboeken uit, maar ze zag mijn boek in Frankfurt, was er meteen verliefd op, en kon het niet uit haar hoofd zetten. Lannoo hield eerst de boot wat af, twijfelde of het wel de juiste keuze was, maar ging toch met haar in zee. Ze heeft dan misschien geen ervaring met kinderboeken uitgeven, maar is wel héél enthousiast en bevlogen. De Duitse vertaling is pas uit sinds november, ik ben benieuwd naar de verkoop…"

Pieter Gaudesaboos
©

Bob Van Mol

Op voorhand weet je het echt nooit. Soms denk ik tijdens het maken van een boek: dit gaat echt potten breken. Maar kort daarna slaat dan de twijfel toe.

Je won begin dit jaar de Boon voor kinder- en jeugdliteratuur én de publieksprijs in die categorie. Speelt dat een grote rol in het succesverhaal van je boek? "Voor een groot stuk wel. ‘Een zee van liefde’ kwam uit in september 2021, en deed het niet slecht, maar ook niet fantastisch. Toen bekend werd dat het op de shortlist van de Boon stond, en daarna met de prijsuitreiking, kwam alles in een stroomversnelling terecht.

Onderschat ook de factor geluk niet. Zet andere mensen in de jury van de Boon, en ze kiezen een andere winnaar. Of er komt tegelijk met jouw boek een prachtige YA-roman uit, en je maakt ineens al veel minder kans. Dat dacht ik toen ik de shortlist van de Boon 2023 zag.

Dat een prijs sowieso zorgt voor meer verkoop en vertalingen, klopt niet. Voor ‘Linus’ bijvoorbeeld kreeg ik – samen met Mieke Versyp en Sabien Clement – een Gouden Uil in 2008. Dat was een donker, zwaarder boek, en eigenlijk had de prijs geen effect op de verkoop. ‘Een zee van liefde’ is een warm verhaal met vrolijke tekeningen. Het kwam op een goed moment uit, denk ik: mensen willen hun ellende graag even vergeten."

‘Een zee van liefde’ is een warm verhaal met vrolijke tekeningen. Het kwam op een goed moment uit, denk ik: mensen willen hun ellende graag even vergeten.

Heb je met ‘Een zee van liefde’ dan eindelijk die bestseller gemaakt? "Ik ga elk jaar naar de internationale kinderboekenbeurs in Bologna, waar ik veel inspiratie opdoe, net als veel collega’s. De laatste keer waren we samen aan het wandelen tussen het immense aanbod aan prentenboeken, en zeiden we lachend ‘dat we misschien ook eens glinsterboeken met unicorns’ moesten maken, om eens echt een bestseller te hebben.

En dat is zo bijzonder aan ‘Een zee van liefde’: dat is – zoals al mijn boeken – eigenzinnig, met een hoek af. Terwijl ik vroeger soms dacht dat het wellicht meer zou lonen als ik meer mainstream zou werken, zie ik het succes van dit boek als een bevestiging dat ik goed bezig ben. Ik maak andere, hoekige boeken, en dat is mijn sterkte. Achteraf gezien kan ik dus zeggen: ‘op zoek gaan naar je eigenheid, werkt’."

‘Een zee van liefde’ spreekt ook een breed publiek aan. "Veel mensen kopen het als geboortecadeau, terwijl ik het eigenlijk bedoeld heb voor 6- tot 7-jarigen. Maar ook volwassenen schenken het elkaar, en ik hoor dat het in rusthuizen wordt voorgelezen. Zelfs als ik het verhaal aan kleuters vertel tijdens mijn workshops, werkt het. Ik denk dat dat komt omdat het eigenlijk een volwassen verhaal is, maar met een visuele uitwerking die kinderen aanspreekt. Een goed boek zit voor mij op de middellijn tussen commercieel interessant en eigenzinnig. Met ‘Een zee van liefde’ zit ik volgens mij recht op die lijn, en daarom werkt het zo goed."

Vertalingen Een zee van liefde van Pieter Gaudesaboos
©

Bob Van Mol

Al je boeken zijn uitgegeven bij Lannoo, ook al een liefdesverhaal, zo lijkt het. Hoe is het allemaal begonnen? "Ik ben afgestudeerd als grafisch vormgever in 2002, tijdens de hoogdagen van De Eenhoorn. Iedereen die artistieke boeken wilde uitgeven, klopte bij hen aan. Maar tegelijk was Lannoo op zoek naar een eigen stem, en was dat de plek waar alles kon en alles mocht. Zij waren op zoek naar meer experimentele projecten, en dat kwam voor mij op het juiste moment.

Ik had ‘Roodlapje’ klaar, een beeldexperiment, dat voortkwam uit mijn opleiding als vormgever en fotograaf. In die tijd bracht Lannoo de associatieve fotoboekjes uit (‘heel de wereld’, ‘grote ogen kleine buik’, ‘in de tuin’, …) van Katy Couprie en Antonin Louchard. Ik vond die heel mooi, daarom zocht ik contact op met uitgeefster Sofie Van Sande, die ik al wel een beetje kende. Ze vroeg me om mijn manuscript te komen afgeven in het station van Gent Sint-Pieters, vanwaar ze elke ochtend naar het werk treinde. Voor dag en dauw stond ik daar, doodsbenauwd. Ze stapte met mijn envelop de trein op, en dan was het bang afwachten. Maar niet lang, want ’s avonds kreeg ik al een bericht: ‘We gaan het doen’. Terwijl ik dacht weken te moeten wachten op een antwoord. Maar ze was dus meteen enthousiast, net als een collega én haar baas, die het die dag nog op haar bureau zag liggen."

Terwijl ik vroeger soms dacht dat het wellicht meer zou lonen als ik meer mainstream zou werken, zie ik het succes van dit boek als een bevestiging dat ik goed bezig ben.

Sofie is nog altijd jouw uitgeefster. Zou jouw carrière zonder haar er anders uitzien? "Soms hoor je wel ‘dat het niet goed is om bij één uitgeverij te zitten’. Maar eigenlijk voel ik me daar nog altijd heel goed bij. Ik maak één boek per jaar, samen met Sofie, in alle vriendschap en vertrouwen. Ik kom vaak met heel zotte ideeën, heb boeken kunnen maken in de vorm van een petit-beurre, met gaten in, in een kist… Ze zegt nooit meteen nee, zal altijd eerst onderzoeken of het haalbaar is. Het lijkt mij heel moeilijk om met een andere uitgever dan Sofie een boek te maken. Natuurlijk is ze niet mijn beste vriend. Vaak staan we ook in een onderhandelingspositie tegenover elkaar, maar altijd met heel veel humor.

Maar ook de steun van Literatuur Vlaanderen heeft mijn carrière mee bepaald. Dankzij de werkbeurzen heb ik al die jaren lang kunnen werken aan al mijn boeken, en kon ik experimenteren, fouten maken, en daaruit leren."

Pieter Gaudesaboos
©

Bob Van Mol

Dankzij de werkbeurzen heb ik al die jaren lang kunnen werken aan al mijn boeken, en kon ik experimenteren, fouten maken, en daaruit leren.

Je werk is enorm geëvolueerd sinds dat eerste boek: van fotocollages naar gelaagde prentenboeken, om het nu heel kort samen te vatten. Hoe kijk je zelf naar die evolutie? "Ik zou ‘Roodlapje’ nu niet meer durven maken, net omdat het zo experimenteel was. Aan de andere kant was het een voordeel om met dat boek te beginnen. Ik kon meteen mijn stempel drukken, zonder te veel verwachtingen. Dat zou mijn tip zijn voor beginnende prentenboekenmakers: maak meteen het soort boek dat je wilt maken, denk niet dat het te braaf moet zijn, of werk niet bewust toe naar een bepaalde norm.

Toen ik begon, was gepubliceerd worden de hoogste bekroning, daarvoor deed ik het. Na een aantal boeken wilde ik graag internationaal succesvol zijn, en zocht ik naar samenwerkingen met auteurs en allerlei manieren om dat te doen lukken. Nu wil ik vooral boeken maken die door heel veel mensen gelezen worden. Ik wil boeken maken die ik als kind graag gelezen had."

Maak je ‘betere’ prentenboeken sinds je zelf kinderen hebt? "Ik heb altijd gedacht dat dat er niks mee te maken had. Want ik las mijn boeken toch voor in de klas, voelde de reacties van kinderen tijdens mijn workshops… Maar nu ik zelf kinderen heb, weet ik dat het toch anders is. Ik ervaar nu hoe ouders naar boeken kijken. Ik weet wat het is om – na een lange werkdag en thuis ook nog eens voor eten te zorgen, om halfacht ’s avonds, als ze eindelijk in bed liggen, voor te lezen. En dat dat anders is dan je boek voor te lezen aan een klas met uitgeslapen kinderen."

Wat is voor jou je meest bijzondere boek? "Het laatste boek dat je gemaakt hebt, is altijd bijzonder. Maar voor mij is het toch ‘Een zee van liefde’. Daarin komt alles samen. Ik heb al mijn boeken zelf bedacht, maar hier deed ik alles ook zelf, ook het schrijven van de tekst.

‘Ik maak kinderboeken’, klinkt soms als iets onbelangrijks, en dat is het misschien ook. Maar ‘Een zee van liefde’ is voor mij meer dan een mooi boek, omdat er iets aan vasthangt, ik wil hier echt een verhaal vertellen dat ik belangrijk vind, en daarmee zoveel mogelijk kinderen bereiken. Het is tof dat net dat boek het zo goed doet."