Stripgids wordt opnieuw erkend als literaire organisatie voor de beleidsperiode 2023-2027 en ontvangt de volgende vijf jaar een structurele subsidie van 200.000 euro. Dat bedrag is zowel voor de literaire organisatie als het gelijknamige tijdschrift. ‘Opnieuw’, want in 2016 verloor de organisatie haar erkenning en werd alleen het tijdschrift nog gesubsidieerd. “Samen met de structurele steun van de Stad Turnhout biedt de toelage een solide basis om onze werking verder te professionaliseren, consolideren en verbreden,” zegt Roel Daenen van Stripgids.
“Strips worden nog te vaak behandeld als bastaardkind van de literatuur en de beeldende kunsten”
Wat heeft er volgens jou voor gezorgd dat Stripgids opnieuw erkend is? “Dat zou je aan de commissie moeten vragen (lacht). Alleszins: we zijn in 2016 niet bij de pakken blijven neerzitten en zijn projecten blijven opzetten, naast het tijdschrift. We hebben er alles aan gedaan om ook andere middelen te zoeken. En die hebben we ook gevonden door heel diverse samenwerkingen aan te gaan. Zo zijn we een onderzoek gestart naar een toekomstig Vlaams striperfgoedbeleid, in samenwerking met FARO, het steunpunt voor de cultureel-erfgoedsector, het Letterenhuis, LUCA School of Arts en de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience. We deden ook een onderzoek naar de wenselijkheid, haalbaarheid en nood naar een ‘Dag van de Strip’. We konden daarnaast ook Europese middelen binnenhalen voor Rock Paper Pencil, een project met een bijbehorend festival voor jonge makers in samenwerking met Stad Turnhout, Cartamundi, Game Brewer en POM Antwerpen. Dat slaat een brug tussen ondernemerschap en creativiteit door opkomend talent tools te geven om het te maken als professionele stripmaker of spelontwikkelaar. In Turnhout hebben we ook de succesvolle Stripgids Academie uit de grond gestampt, een reeks masterclasses en lezingen voor stripmakers in spé en andere geïnteresseerden. Dat zijn maar enkele voorbeelden, want we lanceerden nog meer projecten – te veel om hier allemaal op te noemen.”
Wat is de succesfactor in jullie aanpak? “Ons geheime wapen zijn onze vrijwilligers. Zonder hun passie en inzet bestond Stripgids niet meer. Ook onze raad van bestuur is aansprakelijk (lacht). De vernieuwde raad van bestuur én redactieraad zijn én geëngageerd én divers samengesteld, in alle betekenissen van het woord: mannen en vrouwen, jonge en minder jonge mensen, van onder de kerktoren en van verderaf… De meningen van al die mensen mogen ook botsen, en graag zelfs. Want daaruit ontstaan waardevolle inzichten die de organisatie – en dus de stripsector – voorthelpen. Onze aanpak heeft Literatuur Vlaanderen het vertrouwen gegeven dat we een kwalitatieve en rijke werking kunnen uitbouwen waarbij we verschillende doelgroepen kunnen enthousiasmeren voor en betrekken bij strips.”
Dat is geen evidentie, want strips spreken nog steeds een niche aan. “Het genre wordt inderdaad nog te vaak behandeld als een bastaardkind van de literatuur en de beeldende kunsten. Misschien omdat de strip als genre door de tweeledigheid van tekst en beeld moeilijk onder te brengen is in één categorie. Maar dat maakt het net zo boeiend: strips zijn zo ontzettend rijk en gevarieerd, ook wat de thema’s betreft. Ik vind het doodzonde dat kwalitatieve strips nauwelijks aandacht krijgen in mainstream media en hun weg naar het publiek niet of toch maar moeilijk vinden. Het is de missie van Stripgids om daar verandering in te brengen. Om effectief een gids te zijn in die boeiende wereld-in-verandering en een pleitbezorger van het genre te zijn waardoor de diepte, de geschiedenis, de variatie, het plezier én het sérieux van die veelzijdige kunstvorm tot uiting komt."
Wij willen toegang geven tot die hele wereld, zoals het betoverende land achter de kleerkast in ‘De Kronieken van Narnia’.
Kun je enkele voorbeelden geven van niet te missen strips? “Zeker, maar waar moet ik beginnen? Ik ben zelf grote fan van graphic journalism, waarbij de combinatie van tekst en beeld gebruikt wordt om een actueel non-fictieverhaal te vertellen. ‘Doel’ van Jeroen Janssen is een goed voorbeeld. Als een journalist verzamelde hij verhalen van de overgebleven bewoners in het toen bedreigde polderdorp. Hun leven en verhalen bracht hij treffend in beeld in een graphic novel. Een ander voorbeeld is ‘De eindeloze wereld’ van de Fransman Christophe Blain, die antwoorden zoekt voor het energievraagstuk en de klimaatcrisis. De Nederlandse Eva Hilhorst richtte met Drawing the Times zelfs een razend interessant online platform op over grafische journalistiek. En dan is er nog de Amerikaans-Maltese tekenaar-journalist Joe Sacco, die al meerdere keren in de prijzen viel met boeken als ‘Gaza 1956’ en ‘Onder Palestijnen’. Met Sacco als curator bereiden we een grote expo over grafische journalistiek voor. Als alles goed gaat, komt die er in 2024, naar aanleiding van onze vijftigste verjaardag. Dat is de blikvanger van deze subsidieperiode. En verder raad ik je alles aan van Nicolas de Crécy, Manu Larcenet en Edmond Baudouin.”
Wat betekende het wegvallen van subsidies als literaire organisatie in 2016? “Dat was een koude douche, om het zacht uit te drukken. Een die de organisatie ingrijpend heeft veranderd. Het heeft trouwens maar een haartje gescheeld of het was over en uit. Stripgids kreeg lange tijd subsidies van de Provincie Antwerpen voor haar leesbevorderingsbeleid, maar door de hervorming van de provincies kwamen die middelen vanaf 2013 via Literatuur Vlaanderen. Dat betekende dat we in een heel ander beoordelingssysteem terechtkwamen. Verschillende omstandigheden hebben ertoe geleid dat we in 2016 de subsidie als literaire organisatie hebben verloren. Het gevolg was dat de organisatie zich fundamenteel moest heruitvinden, quasi zonder middelen. Dat maakt dat we met name voor het tijdschrift noodgedwongen zijn omgeschakeld naar een heel ander businessmodel. Jarenlang werd dat gratis verspreid in bibliotheken, stripwinkels en boekhandels in een oplage van 15.000 exemplaren. Nu is het een betalend nummer met een oplage van 1.000 exemplaren, goed voor 400 abonnees in Vlaanderen en Nederland en een losse verkoop van de rest. Ondanks het wegvallen van de subsidie zijn we erin geslaagd om de werking – ook naast het tijdschrift – min of meer overeind te houden. Een huzarenstukje, besef ik, nu ik erop terugkijk.”
Waar willen jullie nu op inzetten met de subsidie? “In de eerste plaats willen we onze werking verder professionaliseren en verbreden. Zo willen we de expo die gekoppeld is aan de Bronzen Adhemar laten rondreizen in Vlaanderen en Brussel. We hernemen bijvoorbeeld de expo van Judith Vanistendael, winnares van de Bronzen Adhemar 2022, in het Stripmuseum in Brussel. Onze andere prijs, de Willy Vandersteenprijs, die het beste Nederlandstalige boek bekroont, zetten we ook verder. Prijzen zijn een spot die we op auteurs en hun werk zetten: heel erg belangrijk omdat ze de bekendheid en de verkoopcijfers een duwtje in de rug geven. Ook onze Salons, waarbij we in gesprek gaan met stripmakers, willen we over heel Vlaanderen en Brussel zaaien. Op 11 februari waren we bijvoorbeeld te gast in de openbare bibliotheek van Leuven. Die Salons bieden telkens boeiende gesprekken, want de gasten hebben altijd iets te vertellen."
Wat bij een evenement ook voor vuurwerk zorgt, is stripmakers laten tekenen en dat live projecteren. Da’s de magie van het potlood: uit het niets tovert een tekenaar iets tevoorschijn dat je meeneemt naar een andere, vaak overtuigende en geloofwaardige wereld. Dat is zoals in het theater, de suspension of disbelief: je weet dat het ‘maar’ een tekening is en toch geloof je erin. Om dat voor je ogen te zien gebeuren, is telkens weer een ongelofelijke belevenis.
Hoe verbreden jullie je werking en publiek? “Ons oog is altijd gericht op opportuniteiten en nieuwe initiatieven waarmee we ons kunnen verbinden en waardoor we een nieuw publiek kunnen aantrekken. Wij reiken iedereen de hand die de liefde voor strips mee wil uitdragen. We zien andere spelers in de sector niet als concurrenten dan wel als partners. Zo zijn ook onze collega’s van Grafixx voor de komende vijf jaar erkend als literaire organisatie, dus we stemmen met hen zeker af hoe we elkaar kunnen versterken. We hebben elke onze eigenheid en willen die natuurlijk behouden, maar we willen ook graag samenwerken. Alleen zo komen we als sector vooruit.”
Waar hopen jullie over vijf jaar te staan? “We hopen dat we onze ambities voor de sector én het publiek kunnen realiseren, zodat we samen een volgende stap kunnen zetten. Zonder grootheidswaanzin: we kijken daarvoor naar het westen, naar Frankrijk. Is het niet geweldig dat de Franse minister van Cultuur 2020 (en daarna 2021) heeft uitgeroepen tot het ‘Jaar van de Strip’? Dat willen wij ook in Vlaanderen en Brussel realiseren. We willen graag de perceptie over strips ten goede veranderen en – om het wat pompeus te stellen – het symbolisch kapitaal van het genre verhogen.”
Wanneer is Stripgids voor jou persoonlijk een succes? “Hoe komt het dat zo veel kinderen hun liefde voor strips (en andere vormen van literatuur) verliezen wanneer ze opgroeien? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ze als pubers en volwassenen niet afhaken en blijven lezen? Dat zijn vragen die me bezighouden. Ik zie bij mijn kinderen maar al te goed hoe sterk de magneet van games en schermen is. Ik weet dat het onrealistisch is om dat vraagstuk alleen en op korte termijn om te lossen, maar we moeten ons daarvoor inzetten. Hoe kunnen we de ontlezing kantelen? Er staat veel op het spel en met Stripgids willen we daar een rol in spelen. Als ik daartoe op een positieve manier kan bijdragen ben ik een gelukkig man.”